Voorafgaand aan de zomer van 1988 zijn mijn elfjarige broertje en ik, veertien jaar, gevraagd wat we liever wilden: met elkaar op vakantie of een Amiga 500. Mijn broertje en ik waren unaniem en snel: we kozen zonder enige twijfel voor de Amiga. En zo geschiedde het dat de zomervakantie van 1988 bestond uit de komst van een heuse computer in ons huishouden. En we zijn ook nog op vakantie geweest. Gewoon met de auto, een rode Fiat 127 met het kenteken JP-21-GF naar het in Gelderland liggende plaatsje Bornerbroek. Een riant huis met veel hout van binnen, liggend in ons eigen bos, verrast door de geluiden van een pauw en in het goede gezelschap van mijn lievelingstante en oom met hun kids. Sjans gehad met ene Roy in het zwembad van Almelo, mijn lievelingsnichtvriendin met ene Robin. Twee vrienden, net als wij. En die vakantie hebben we zittend op een schommel van mijn oom Rob, haar vader, wolken weg leren denken!
Ik speelde die zomer en ook tijden daarna nog vooral het spelletje ‘Impact’, een behendigheidsspel waar velden met blokken moesten worden weggespeeld door met een balletje tegen de tegels aan te stuiteren. Een balkje onderin, dat was ik. Soms viel er een hulpmiddel uit één van die blokken, soms was het een valstrik en was ik meteen af als ik dat ving. Ik heb me ook gewaagd aan het spel Kings Quest, maar daar bleek ik te ongeduldig voor. Mijn neef Ernst is speciaal een keer voor onze Amiga bij ons komen logeren, want de vliegtuigspellen die hij daarop kon doen, stonden in schril contrast met zijn Commodore 64, die hij op zijn kamer had staan tussen de posters van Amanda Fox en Cindy Crawford, een stapelbed en een heleboel niet nader te noemen voorwerpen. De tv die nodig was voor zijn computer was wel zichtbaar.
De computer en ik zijn een goede combinatie. Ik houd me niet bezig met de hardware. In dat soort gevallen komt mijn man er aan te pas. Een fervent gebruiker van de software ben ik wel. Word staat daarin op nummer 1, zeker nu ik meedoe aan dit project! Daarna volgt internet met m’n e-mail en Facebook. Daarna volgt ‘wild surfen’ op internet. Naar foto’s, naar ‘de waarheid’, naar vakantiebestemmingen enzovoort. Dan volgen ITunes en YouTube. De lijst wordt afgesloten met het programma van Hema om fotoalbums te maken.
Wat zou ik zijn zonder computer? Misschien een dunner mens, want ik breng veel tijd zittend, drinkend en etend door achter dit ding. Misschien ook wel een leukere partner, want ik breng veel tijd door achter dit ding. Aan de andere kant? Mijn man doet precies hetzelfde. Ook hij kruipt als de kinderen op bed liggen en we het nieuws of De Wereld Draait Door hebben gekeken achter zijn laptop en heeft daar zijn hobby’s. De KNAF, de Formule 1, karten, zijn eigen bedrijf en wat er nog meer voorbij komt in zijn gedachten.
Ja… het is bijzonder na te denken over hoe dichtbij alles is geworden met de komst van computers en internet. De hele wereld ligt binnen handbereik. Ik kan m’n zesjarige zoon laten zien hoe de wereld er uitziet als we op de maan zouden staan. Ik kan mijn driejarige zoon laten kennismaken met Michael Jackson toen hij nog leefde. Of met Elvis Presley. Of mijn eenjarige zoon met de Teletubbies. Als we iets niet weten, zoeken we het op. Maar… niet alles is te vinden. Ik zoek al dagen naar een lied, dat ik in de tijd van de Top 2000 gehoord heb, Nederlandstalig is, gezongen wordt door een man, ’s morgens werd gedraaid en iets in zich had als ‘geniet nu, want dit zou wel eens je laatste oud en nieuw kunnen zijn’. Wat ik ook typ, ik vind niet wat ik zoek. Dus heb ik Radio 2 gebeld en ik ben in afwachting van een e-mail met hun antwoord.
Ja, mijn computer en ik zijn een goede combinatie, al zeg ik het zelf...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten