25 april 2012

Welke schrijfstijl?


Het Citatenmuseum vraagt me welke schrijfstijl ik over het algemeen heb. Schrijf ik verhalend, poëtisch, kort & krachtig, uitgebreid, humoristisch of nog anders? Volgens mij is het antwoord: van alles wel een beetje, met de nadruk op kort & krachtig met een vleugje saus van humor. Dat laatste gebeurt me trouwens vaak per abuis. Ik zit er niet op te broeden. Het ontstaat gaandeweg de tekst, of niet. Het doelbewust creëren van zo’n sausje lukt me niet. Wat dat aangaat is het anders dan koken. Daar bedenk ik of ik een saus serveer, ja of nee en zo ja, dan maak ik er één. A la Knorr of Maggi trouwens, want voor zelfgemaakte sausjes maak ik al jaren geen tijd meer.

Het is met humor in m’n geschreven teksten net als in het échte leven – soms wordt er door anderen gelachen om zaken die ik serieus bedoel. Helemaal kloppen doet het voor mij dan niet. Het is me tot op heden nog niet gelukt te ontdekken hoe dit komt. In het echte leven kan ik me daar een betere voorstelling bij maken dan schrijvend, omdat ik van mezelf weet dat ik anders kan kijken dan wat ik zeg. Live zien mensen dat, live zie ik de reactie van de ander en wie weet stimuleert me dat wel om door te gaan met het verschil tussen m’n non-verbale uitdrukking en dat wat ik erbij vertel. Dat dit me nu schrijvend ook gebeurt, betekent iets groters. Iets interessanters.

Ik ga er op broeden. Of niet. Al naar gelang m’n zin in een sausje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten