12 juni 2012

M'n lievelingsvoorwerpen


Als morgen m’n huis in de fik komt te staan en ik ben in de gelegenheid om na m’n kinderen ook nog spullen te redden, dan red ik m’n fotoalbums, de babyboeken van m’n jongens en m’n computer om alle geschreven teksten op de harde schijf van dat apparaat. Als me dat niet zou lukken en ik zou dat allemaal kwijt zijn, dan zal ik de rest van mijn leven treuren om dat verlies, zóveel waarde hecht ik aan die spullen.

Als ik morgen plots een veertiendaagse vakantie naar het onbewoonde eiland uit de film ‘The Blue Lagoon’ win, dan gaan al die kostbaarheden niet mee in de koffer. Dan komen er andere lievelingsvoorwerpen aan het licht. Mijn nagelknipper en vijl bijvoorbeeld. Ik kan niet zonder. In de tas van m’n werk zit een setje en in huis liggen ook twee setjes. Eén binnen handbereik in de woonkamer naast de bank en één in mijn helft van het badkamerkastje. Breekt er een nagel, dan heb ik een nagelknipper nodig voor het grove werk en een vijl voor het afwerken van de klus. Dame als ik ben tracht ik mijn nagels lang te laten groeien. Op zich hoef ik daar niets voor te doen, het groeien gaat vanzelf. Maar om ze allemaal even lang te hebben, dat vergt geduld en nog belangrijker voorzichtigheid. Het breken van een nagel is zo gepiept. Een gordel van een Maxi Cosi autostoeltje loswurmen? Krak. Te gehaast de rits van een jongensjack maat 104 dichtritsen? Krak. Een zwaar krat met boodschappen in de auto tillen? Krak. Enthousiast stofzuigen? Krak. Ergens achter blijven haken? Krak. Ja… het hebben van nagels op gelijke lengte is niet zomaar gedaan. Er was eens een tijd dat het hebben van acrylnagels me het einde leek. Daarmee was de regelmatige oneffenheid in de lengte van mijn nagels in één klap opgelost. Ik deed het dus. Ik vond het zó mooi… bij anderen! Ik vond er niets aan bij mezelf. M’n nagelknipper en vijl stonden te verstoffen op hun vaste plekje en ook dat kon ik niet aanzien, net als die onnatuurlijke dikke laag nep op m’n nagels. Het typte voor geen meter. Ik kon niet meer ongegeneerd in m’n oren en neus peuteren. Ik kon niet meer lekker hard krabbelen op jeukende plekken. Al met al heeft het er (toch nog) vier (hele) maanden gezeten. Zoals ik van de één op andere dag bedacht dat ik ze wilde hebben, zo bedacht ik ook van het ene op het andere moment dat ze er van af moesten. Dat deed ik zelf. Met m’n vijl. Als ik geweten had dat het daarna nog bijna een jaar zou duren voor m’n eigen nagels deze mishandeling weer te boven waren, had ik er nooit aan begonnen. En misschien iets meer geduld opgebracht in het laten verwijderen van het zwikkie. Nu ben ik terug bij af. Naturel. Veelal ongelijke nagels. En als ze eens een paar dagen achtereen wel allemaal even lang zijn, dan kijk ik er zo vaak mogelijk naar. Want voordat ik het weet, zegt er weer eentje krak.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten