Eens
in de twee weken vergader ik met mijn basisteam. Onze gedragsdeskundige zit
deze voor. Eens per vier weken vergader ik met het hele team Jeugdreclassering.
Onze teamleider leidt dit. Eens per zes à zeven weken vergader ik met de
Ouderraad van de school van m’n twee oudste kinderen. Ik notuleer daar. De vacature
voor voorzitter is binnenkort vacant. En tenslotte ga ik eens in de acht tot
tien weken namens de Ouderraad naar de vergaderingen van de
Medezeggenschapsraad, ook op school.
Van
allevier de voorzitters vind ik er geen één goed. Erger nog! Ik denk daarin
regelmatig dat ik het beter kan. Vergaderen bedoel ik dan. Want… ik ambieer de
voorzittersfunctie niet. Ik denk dat er bijna in alle vergaderingen teveel tijd
wordt verdaan met het laten praten van allerlei mensen over allerlei zaken, die
misschien rakelings te maken hebben met het betreffende agendapunt. En ik denk
dat het leiden van een goede vergadering een moeilijke klus is.
Ik
ben gevraagd voor de functie van voorzitter van de Ouderraad. Meerdere keren
door verschillende mensen. Op zich is dat een compliment. Op dit moment zie ik
het mezelf niet doen. Ik denk dat ik de vergaderingen binnen drie kwartier
afgerond kan hebben, maar ik denk ook dat meer dan de helft van de leden weg
zal lopen. Mensen willen namelijk heel graag praten over allerlei zaken, die
misschien rakelings te maken hebben met het betreffende agendapunt. Ze
associëren, ze willen de ruimte, de tijd en de aandacht en die zou ik ze niet
geven. Niet terwijl we vergaderen in ieder geval. Een thee- of koffiekransje
kan ook na afloop, als alle punten behandeld zijn.
Bovendien
heeft het analyseren van al die slecht functionerende voorzitters van al die
vergaderingen ook z’n charme! Ik kan er over schrijven zoals je leest!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten