12 februari 2012

Hond of kat?

Die kwispelende staart bij iedere begroeting, ook als je alleen maar even de huiskamer uit bent gelopen om boven de was uit de wasmachine te halen om die daarna naar de droger te brengen, die toevalligerwijs in de schuur staat. Dat eeuwige gesnuffel in je kruis om zeker te weten dat je niet stiekem ook een hond bent. Dat gehijg. Dat zenuwachtige gedoe als er een verjaardag wordt gevierd en er van alles op tafel staat, dat zomaar uit onhandig enthousiasme van dat beest om kan vallen. De geur van zo’n beest als het in vochtige weersomstandigheden buiten heeft gelopen, of, erger nog, hoe het ruikt als het in de sloot gezwommen heeft! Dat onverwacht zomaar bespringen van mij of m’n kinderen. De standaardzin van een hondenbezitter “Hij doet niets hoor?!!” als ze zien hoe bang mijn jongens voor hun schatje zijn.Om het maar niet te hebben over hun eigenaardige gewoonte om overal waar ze maar willen te pissen en te schijten!!! Zelf beheersen ze de kunst om om elke stronthoop heen te kunnen lopen, hoe wild ze ook door het gras of het bos rennen.

Ben ik dol op honden? Nee. Zeker niet. Ik haat honden. Om al het bovenstaande, met hun schijt op ergernis numero uno. Kijk… ik weet heus wel dat die beesten er niet om hebben gevraagd. Zij doen wat ze doen, zoals in de natuur. Het zijn hun baasjes die de moeite niet nemen het op te ruimen en het midden op het pad naar school te laten liggen. Ik kan kwalijk de hondenbezitters uitschelden voor vieze, gore, egoïstische sukkels, die niet nadenken over de overlast die anderen hebben van hun beest. Ik word namelijk nagepraat, zie je. Door nu nog twee, maar straks door drie prachtige jongens.

Er was een tijd dat mijn lief en ik serieus nadachten over de aanschaf van een hond. We hadden het ras en de naam voor het beest, dat een vrouwtje moest worden, al bedacht. Het speelde lang voor we kinderen hadden en uiteindelijk heeft drie keer per dag met zo’n beest wandelen ons toen doen besluiten het niet te doen. Dat zagen we niet voor ons. In de weekenden dan nog wel, maar hoe moest dat doordeweeks op dagen dat we werkten?? Een honden-uitlaat-service bestond toen niet en als het wel bestond, dan waren wij daar niet van de op de hoogte.

Ik ben opgegroeid met de aanwezigheid van een kat in huis. Eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat mijn liefde voor m’n kat met de komst der kinderen is afgenomen. Mijn aaien gaan naar mijn jongens, naar mijn lief en heel veel heb ik er dan niet meer over voor onze Bruce. Op de vraag ‘hond of kat?’ antwoord ik daarom: “Zeker geen hond, liever een kat, maar… ik heb al een man en kinderen!”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten