Eigenlijk is zakgeld maar een raar woord. Zeg het maar eens een aantal keren achter elkaar… Zakgeld, zakgeld, zakgeld, zakgeld. Geld in je zak. Ik ken één persoon die dat doet, zijn geld in zijn zak. Geen idee waarom hij dat doet. Een portemonnee heeft hij niet. “Waar laat hij dan zijn pinpas?”, is iets wat ik me dan nu afvraag en hem de eerstvolgende keer ook daadwerkelijk zal vragen.
Ik kreeg als kind wel zakgeld. En kleedgeld. Ik kan me niet meer herinneren vanaf welke leeftijd ik zakgeld kreeg. Misschien was ik toen een jaar of acht? Kleedgeld kreeg ik vanaf het voortgezet onderwijs. Het was de bedoeling dat ik spaarde. Met m’n zakgeld is me dat never nooit niet gelukt. Ik maakte het op aan snoep, geurpennen, briefpapier of te mooie gummetjes waar ik als gevolg van hun schoonheid niet mee wilde gummen. Met kleedgeld ging me dat iets beter af. Ik ging er twee keer per jaar met m’n moeder op uit om zélf kleding uit te kiezen en te betalen. Een winterjas, ondergoed en sokken kreeg ik nog. Dat hoefde ik niet zelf te betalen van m’n kleedgeld. Hieraan denkend komen er allerlei herinneringen aan kledingstukken boven, die ik van ‘m’n eigen geld’ gekocht heb. Een hele wijde spijkerbroek met een mintgroene oversized trui bij de winkel Jeans Centre, een t-shirt met lange mouwen van Esprit gekocht in Hoog Catherijne, twee hele wijde broeken in de kleur wijnrood en kerriegeel. En ik herinner me een gekregen knalgele winterjas van het merk NafNaf. Ik woonde in die jas! Ik herinner me ook nog dat ik bij dit soort shop-evenementen met regelmaat op de pof ging bij m’n ouders. Het bedrag dat ik kreeg was heus niet weinig, maar ook toen was mijn keuze veelal duurder dan m’n budget. De bereidheid van mijn ouders was groot, dus ik mocht ook op de pof, en ik betaalde alles tot op de cent terug. Nee.. Zij hielden het in van m’n volgende tegoed.
En dan dit? ‘Vroegah’ betaalde ik met eurocheques!! Mooi zacht gekleurd papier, waarop een bedrag ingevuld kon worden en als je je pasje liet zien en de nummers correspondeerden, dan was het oké, of er nu een wit of rood tegoed was. Thuis bij m’n ouders wonend heb ik de kleur rood niet gezien. Toen ik op eigen benen kwam te staan, rekende ik mezelf rijker dan ik was en heb ik die kleur best goed leren kennen. Maar.. ook dat heb ik tot op de cent terugbetaald en ik heb ervan geleerd, omdat ik het heb ondervonden dat rood best leuk is als accent in m’n huis met een schilderij, een spatel, een tafellaken of een theedoek, maar wat betreft m’n bankrekening… nee… daar niet meer.
Sinds de zesde verjaardag van m’n oudste kind krijgt ook hij zakgeld. Het bedrag is behoorlijk, vind ik, zeker met de omrekenformule naar de florijn. Die bestaat niet meer in het nu, dus lijkt het weer minder veel dan het is. Onze oudste zoon lijkt in het omgaan met geld ontzettend veel op zijn vader: hij spaart liever heel veel dan dat hij het uitgeeft en als hij het al uitgeeft, wikt en weegt hij, winkelt hij, wikt en weegt hij opnieuw en kan hij zomaar besluiten zonder aankoop weer huiswaarts te gaan, omdat hij veel liever heeft dat zijn portemonnee zo lekker zwaar aanvoelt.
Ik vind dat geld moet rollen. Niet in m’n zak, maar van mij naar de kassa.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten