… is zonder twijfel Baloo geweest. Een kat, die verliefd was
op mij en ik op hem. Met pijn in m’n hart hebben we hem weg moeten doen kort
nadat onze oudste zoon geboren werd. Hij was werkelijk zó jaloers dat hij in
ons huis al zijn behoeften ging doen. Zijn urine liet hij bij voorkeur gaan op
of in de buurt van de trap. En zijn grotere boodschappen deed hij bij voorkeur
onder mijn bed. Ik snap het wel. Hij en ik waren onafscheidelijk als ik thuis
was. We kroelden. Hij kwam bij me op schoot liggen, of in m’n nek. Als ik ging
slapen, kwam hij lepeltje lepeltje in mijn knieholtes liggen. Ik gaf hem eten. Ik
aaide hem, ik kamde hem en via mijn ogen en gedachten kon ik met hem
communiceren. En toen kwam er een indringer. Ik denk dat hij niet veel gemerkt
heeft van het opzwellen van mijn buik, want hoe dik die ook was ten tijde van
die zwangerschap, Baloo zocht en vond wel een plek om op me te liggen. Nadat
onze zoon geboren werd, heeft hij het eerst eens een paar dagen aangekeken,
maar toen het hem duidelijk werd dat dit nieuwe wezentje ons huis niet zomaar
zou gaan verlaten, werd hij nijdig van jaloezie. En ging doen wat hij ging
doen. Waarop wij deden wat we vonden dat wij moesten doen. Dát is een pijnlijke
herinnering. Terugkijkend naar zijn foto’s zie ik wat hij en ik met elkaar
hadden. Hij was m’n liefste dier en ik was zijn liefste mens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten