Gravend in mijn herinneringen aan Pinksteren is de meest
indrukwekkende in 1993 geweest. Mijn vriendje en ik gingen met onze ov-jaarkaart
naar Landgraaf voor de vierentwintigste editie van Pinkpop. Van m’n verdiende geld
met bijbanen had ik twee toegangskaarten gekocht en daar gingen we op tweede
Pinksterdag. We hebben de bands Living Colour, Rage Against the Machine, Lenny
Kravitz, Bettie Serveert, Claw Boys Claw en The Black Crowes op zien treden. Ons
doel was Lenny en om hem goed te kunnen zien, besloten we om al tijdens het
optreden daarvoor naar voren te komen. En daar stonden we. Vooraan. Bij de band
Living Colour. En daar ging het publiek: pogo-en. Eerst nog mild, maar binnen
een minuut gewoon voluit. En ik was bang. En ik viel. En ik werd heel snel door
EHBO personeel over het hek heen getild en naar de EHBO post gebracht. M’n lief
mocht mee. Er was helemaal niets met me aan de hand. Onze plek vooraan was
bekeken. Ik wilde niet meer. Ik had m’n portie dichtbij in een mensenmassa
meteen voor altijd gehad. Daarom zit ik bij welk concert ook liever op de
tribune dan dat ik me in de arena begeef.
Het was die 31 mei 1993 schitterend weer, we waren samen, we
waren jong, we dronken wat, we rookten wat (gewoon shag hoor!) en we dansten
wat. De afsluitende act, The Black Crowes, hebben we niet af kunnen kijken,
omdat we de laatste trein naar huis moesten halen. Doodmoe was ik. Het duurde
lang eer er plek was in de trein om te zitten, zo vol was de trein. Eenmaal
thuis was het laat en ik weet zeker dat ik de dag daarop ongeoorloofd afwezig
was van school. Een nacht met minder dan acht uur slaap kon ik toentertijd niet
aan. Als ik toen eens had geweten hoe mijn leven er bijna twintig jaar later
uit zou zien!!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten