03 juni 2012

Ships that pass in the night


Het was september 1996. Ik had het ouderlijk huis (in ieder geval doordeweeks) verlaten voor een gemeubileerd appartement in de Vruchtenbuurt in Den Haag. Vanaf Centraal Station kwam je er met tram 11 of 12, vanaf Hollands Spoor met tram 3. Die laatste nam ik meestal – vanuit Dordrecht was Hollands Spoor het dichtstbijzijnde station.

Ik volgde de opleiding HBO Maatschappelijk Werk en Dienstverlening aan de Hogeschool Rotterdam en Omstreken. Ik bevond me in het derde leerjaar – het leerjaar waarin er tien maanden stage gelopen moest worden. Ik was aangenomen bij het Jongeren Advies Centrum in Den Haag.

In die tijd was Megin mijn beste vriendin. Ik kende haar van de Havo. Toentertijd ging ik ook al met haar om, maar op het HBO kreeg onze vriendschap een impuls. Ik deed veel met haar. Dansen in Bibelot, samen eten, klussen in haar of mijn huis, maar het meest belangrijke vond ik onze zoektocht naar spiritualiteit. We dronken thee, water of wijn, staken wierook en kaarsjes aan en trachtten in trance te komen om ervaring op te doen. Megin was daar meer bedreven in dan ik. Zij was haar zoektocht al eerder begonnen en had zelfs opleidingen gevolgd. Ze was bedreven in de voetreflexologie en ze had verstand van de helende kracht van stenen. Door haar las ik “De Celestijnse Belofte”. Door haar ben ik (eenmalig) onder behandeling geweest van een hypnotiseur, waar ik m’n ernstigste trauma tot dat moment nog eens mocht herbeleven. Ik huilde tranen met tuiten, voelde me alles behalve goed, maar werd getroost door Megin en haar hele er zijn voor mij.

Op een ochtend vertrok ik van huis naar mijn stageplek, toen een man mij aansprak. Ik herinner me hem als iemand met een Hindoestaans uiterlijk – donkere huid, zwart haar. Hij zei slechts het volgende tegen me: "Je bezit paranormale gaven meisje. Groei en ontdek ze.”

Het houdt me tot op de dag van vandaag nóg bezig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten