Vis

Vis, ik eet het graag en ik vang het nog liever.

Ik ren niet naar de visboer voor een verse nieuwe Hollandse haring. Ik heb ooit eens gehoord dat de haringen, die nu ‘kakelvers’ in de schappen liggen, zeker zes maanden geleden al gevangen zijn. Wat nou vers?? Ik lust ze wel. Alleen met uitjes. Dat dan weer wel. Maar.. ik ken genoeg visliefhebbers die geen haring eten. En, mijn schoonzus nota bene, lust geen vis, maar wel haring??!!

Als kind was ik vooral dol op vissticks. Andere soorten vis, of schaal- en schelpdieren, at ik niet. Ik keek er teveel naar. Een vis met ogen op een bord ontnam me alle trek in zo’n beest. Mijn lief heeft me vis leren eten toen we samen gingen wonen in Den Haag. Het was een ijzig koude dag. We trokken er op uit naar de zee, omdat zelfs die aan de kustlijn bevroren was. Na een wandeling van de haven naar de boulevard, trokken we de passage in. We belandden in een restaurant. Hij bestelde een broodje haring. Ik een broodje garnalen. We aten van beiden de helft. En dat was het begin van mijn ontdekkingstocht naar de smaak van vis. Zalm lust ik graag gerookt, gebakken vind ik er niets aan. Garnalen, kreeft, langoustines, Sint Jacobsschelpen, escargots, Tilapia filet, schol… ik lust het allemaal inmiddels erg graag. Je trakteert me dan ook écht op een avondje uit in een goed visrestaurant.

Wat me écht een kick geeft, is vissen. Sinds vorig jaar heb ik zelf een hengel. Gekregen van m’n broer, voor m’n verjaardag. M’n oudste zoon kreeg er ook één en we hebben al menigmaal aan de waterkant gezeten. Ik vind het een heerlijk gevoel. Staren naar een dobber, voelen hoe er gespeeld wordt met het brood aan het haakje, een ondergaande dobber en ophalen op het juiste moment! En dat samen met mijn oudste te mogen doen, die er overigens net zo enthousiast over is als ik, voelt als iets magisch. Het meest stoere daarin vind ik nog dat ik mijn weerzin tegen het verwijderen van de vis van de haak heb overwonnen. Dat durfde ik als kind ook al niet. Dat deed m’n broer, of m’n vader, of een toevallige voorbijganger die ene keer dat ik samen met mijn nicht een stekelbaars beet had…

Ik ben dol op vis. En op vissen.