Ergens
tussen zes en zeven uur ’s morgens word ik, na een nacht van krap zes uur
slaap, gewekt door een hard: “Mamaaaaaaah… Ik moet poepen!” Met een slaperig
hoofd daal ik een trap naar beneden en veeg de bibs van m’n middelste zoon.
Onbedoeld veeg ik niet alleen met het wc papier, maar ook met de palm van mijn
hand. Poep. Kak. Aan mijn hand!! Ik was mijn handen en manoeuvreer m’n zoon
terug naar zijn bed, die hierop hartverscheurend begint te huilen. Uit angst
voor het wakker worden van de andere twee knullen sus ik hem en neem hem mee
naar mijn bed. Als ik net lig, hoor ik de voetstappen van m’n oudste zoon. Ook
hij komt bij ons liggen. De diepe wens van mij, namelijk verder slapen, wordt
niet gehonoreerd door hen. Ze kibbelen wat, ze bewegen veel en ze praten
honderduit. Als dan tot overmaat van ramp ook de jongste meteen vanuit stilte
begint te huilen, weet ik dat het gedaan is. Lekker liggen is ten einde. Ik
moet er uit. En dat doe ik met het verkeerde been. Geërgerd ga ik een
verdieping lager, pak de jongste uit zijn slaapzak, neem hem mee naar beneden
en maak het ontbijt klaar. Ieder die me ‘mama’ noemt, hoort me brullen: “Nee,
nu even niet!” Het zweet staat op m’n rug. M’n voetstappen maken herrie. En m’n
nonverbale gedrag doet de haren van alle drie m’n jongens wapperen. Pas als
alle geluiden dempen, omdat er een film wordt aangezet en ik op de bank met een
bak thee zit, kalmeer ik.
Het goede been
Ergens
tussen zes en zeven uur ’s morgens word ik, na een nacht van acht uur slaap,
gewekt door het kriebelende handje van m’n middelste zoon. Hij fluistert: “Mama,
mag ik bij je komen liggen?” Ik open het dekbed en nodig hem op die manier uit.
Hij kruipt tegen me aan en ligt. Stilte. Ik doezel wat, ik mijmer wat en ik
geniet. In mijn nek, op mijn rug of aan mijn zij voel ik de tedere hand van
mijn lief. Ook hij is bij bewustzijn aan het komen en geeft me op die manier
een kroel. In de verte hoor ik m’n oudste zoon zijn bed uitkomen. Hij komt naar
boven en kruipt naast mijn lief in bed. Zo liggen we eventjes met z’n vieren te
genieten van het niets hoeven. Weer even later horen we de vrolijke geluiden
van de jongste. Hij oefent op woorden. “Mapa.. mapa.. papa.. mamaaaa… oooopa…
oooooma…” Daarna zet hij het op een zingen. De oudste kan zich niet langer
inhouden en vraagt toestemming om naar zijn jongste broertje toe te gaan. Dat
geven we hem met een knik. Dan volgen de geluiden van gieren van de lach. De
oudste doet gek, de jongste komt niet meer bij. Als het nog vrolijk klinkt, is
het tijd. Tijd om op te staan. En dat doe ik. Met het goede been. Met
twinkelingen in mijn ogen ga ik een verdieping lager, haal de jongste uit zijn
slaapzak en neem hem mee naar beneden, gevolgd door nog drie mannen. We zijn
tegelijk beneden. M’n lief verdwijnt de keuken in en ik nestel me met drie
warme lichaampjes op de bank, waar we naar Bumba, Aladdin, Bambi 2 of The Lion
King kijken. M’n nonverbale gedrag geeft de jongens kippenvel: ze voelen met
alles dat ik zielsveel van ze hou. Ondertussen staat in de vensterbank m’n kop thee
koud te worden…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten