Als kind heb ik heel
wat buiten gespeeld. Eerst alleen in het zicht van mijn moeder, later mocht ik
verder weg. Balletje trap was lange tijd favoriet onder de kinderen met wie ik
speelde. Of wat te denken van knikkeren, spoorzoekertje, touwtje springen,
elastieken, stelten lopen, lolo ballen, fietsen, rollerskaten, rubberbootje
varen, vissen, sneeuwballen gooien, sleeën en schaatsen? Ik heb het allemaal
uren gedaan. Zelfbedachte spelletjes waren er ook. Ik herinner me een spel
zonder naam. Je had er een bal, een muur en een tegenstander voor nodig. Het
was een reeks van eerst 7x gooien met een kunstje om de bal daarna te vangen,
dan 6x gooien met een kunstje om de bal daarna te vangen, dan 5x, 4x, 3x, 2x en
tenslotte 1x. De kunstjes varieerden steeds en degene die de bal ergens
onderweg niet ving, was af. Het kon dus ook alleen – dat ervoer ik als oefening
om m’n toekomstige tegenstander uit te schakelen. Van m’n nicht leerde ik het
spel stoepranden. Bij haar in de wijk kon dat, ik moest er thuis ver voor
zoeken om geschikte stoepranden te vinden. Van de zomer zag ik dat er
tegenwoordig heuse wereldkampioenschappen stoepranden worden gehouden! Dit jaar
had de stad waar ik woon de eer om deze kampioenschappen te organiseren. Een
jonge meid werd kampioen. Ze was een jaar of zestien en vertelde dat ze als
kind niets anders gedaan had met haar broertje. Ik vond het een leuk item op
het nieuws en heb het onbewust op m’n harde schijf gezet, want ik herinner het
me nu. Iets heel anders wat ik me herinner was een wandeling met mijn nicht op
één van de dijken die haar dorp rijk is. Het was een prachtige zomerdag en hoe
we er op kwamen weet ik niet, maar we kwamen er op en hebben het gedaan:
koeienvlaaien versieren. Er lagen er best een aantal in het gras langs de dijk –
het rook er zelfs naar. We plukten madeliefjes, paardenbloemen, stukjes gras en
al het andere dat we mooi vonden en drapeerden dat lieflijk in de stront. We
kregen er de slappe lach van en hebben onze belevenis hinnikend aan haar ouders
verteld.
Of mijn kinderen nu
minder buiten spelen dan ik vroeger durf ik te betwijfelen. Anders is het wel.
Zo lang ze hun zwemdiploma niet hebben, mogen ze van ons niet ongevraagd zonder
toezicht de tuin uit. Gelukkig hebben ze het geluk dat onze tuin behoorlijk aan
de maat is. Ze kunnen er trampoline springen, fantasieverhalen spelen in het
speelhuis met glijbaan en echte rondjes fietsen. Achter elkaar, als waren ze
Vettel en Alonso op het circuit van Monza. En nu het eerder donker begint te
worden komt het circuit van Singapore steeds vaker op de proppen. Voetballen kunnen
ze er ook. Ik heb met regelmaat Messi, Ronaldo, Casillas, Stekelenburg of
andere helden uit de voetbalwereld op de grasmat staan. Aan inlevingsvermogen
van m’n kinderen geen gebrek! Zo werd ik onlangs attent gemaakt op een pan ‘heksensoep’.
M’n middelste had dat samen met zijn vriendinnetje Stella gebrouwen en terwijl
ze daarmee bezig waren, hadden ze de slappe lach gekregen. En dat deed mij dan
weer een m’n versierde koeienvlaaien denken…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten