13 oktober 2012

Buiten spelen


Als kind heb ik heel wat buiten gespeeld. Eerst alleen in het zicht van mijn moeder, later mocht ik verder weg. Balletje trap was lange tijd favoriet onder de kinderen met wie ik speelde. Of wat te denken van knikkeren, spoorzoekertje, touwtje springen, elastieken, stelten lopen, lolo ballen, fietsen, rollerskaten, rubberbootje varen, vissen, sneeuwballen gooien, sleeën en schaatsen? Ik heb het allemaal uren gedaan. Zelfbedachte spelletjes waren er ook. Ik herinner me een spel zonder naam. Je had er een bal, een muur en een tegenstander voor nodig. Het was een reeks van eerst 7x gooien met een kunstje om de bal daarna te vangen, dan 6x gooien met een kunstje om de bal daarna te vangen, dan 5x, 4x, 3x, 2x en tenslotte 1x. De kunstjes varieerden steeds en degene die de bal ergens onderweg niet ving, was af. Het kon dus ook alleen – dat ervoer ik als oefening om m’n toekomstige tegenstander uit te schakelen. Van m’n nicht leerde ik het spel stoepranden. Bij haar in de wijk kon dat, ik moest er thuis ver voor zoeken om geschikte stoepranden te vinden. Van de zomer zag ik dat er tegenwoordig heuse wereldkampioenschappen stoepranden worden gehouden! Dit jaar had de stad waar ik woon de eer om deze kampioenschappen te organiseren. Een jonge meid werd kampioen. Ze was een jaar of zestien en vertelde dat ze als kind niets anders gedaan had met haar broertje. Ik vond het een leuk item op het nieuws en heb het onbewust op m’n harde schijf gezet, want ik herinner het me nu. Iets heel anders wat ik me herinner was een wandeling met mijn nicht op één van de dijken die haar dorp rijk is. Het was een prachtige zomerdag en hoe we er op kwamen weet ik niet, maar we kwamen er op en hebben het gedaan: koeienvlaaien versieren. Er lagen er best een aantal in het gras langs de dijk – het rook er zelfs naar. We plukten madeliefjes, paardenbloemen, stukjes gras en al het andere dat we mooi vonden en drapeerden dat lieflijk in de stront. We kregen er de slappe lach van en hebben onze belevenis hinnikend aan haar ouders verteld.

Of mijn kinderen nu minder buiten spelen dan ik vroeger durf ik te betwijfelen. Anders is het wel. Zo lang ze hun zwemdiploma niet hebben, mogen ze van ons niet ongevraagd zonder toezicht de tuin uit. Gelukkig hebben ze het geluk dat onze tuin behoorlijk aan de maat is. Ze kunnen er trampoline springen, fantasieverhalen spelen in het speelhuis met glijbaan en echte rondjes fietsen. Achter elkaar, als waren ze Vettel en Alonso op het circuit van Monza. En nu het eerder donker begint te worden komt het circuit van Singapore steeds vaker op de proppen. Voetballen kunnen ze er ook. Ik heb met regelmaat Messi, Ronaldo, Casillas, Stekelenburg of andere helden uit de voetbalwereld op de grasmat staan. Aan inlevingsvermogen van m’n kinderen geen gebrek! Zo werd ik onlangs attent gemaakt op een pan ‘heksensoep’. M’n middelste had dat samen met zijn vriendinnetje Stella gebrouwen en terwijl ze daarmee bezig waren, hadden ze de slappe lach gekregen. En dat deed mij dan weer een m’n versierde koeienvlaaien denken…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten