09 oktober 2012

Rekenwonder


M’n ouders en broer hebben altijd schik als ze mij een som voorleggen en me vragen het antwoord uit m’n hoofd uit te rekenen. Met groot vermaak kijken ze toe hoe ik worstel met de getallen en hortend en stotend veelal met een verkeerd antwoord op de proppen kom. Nee, ik ben absoluut geen rekenwonder. Heus, ik heb vroeger op school de tafels van 1 tot en met 12 uit m’n hoofd moeten leren. Maar ik struikel nog steeds over 6x7, 6x8 en 7x8. Die drie antwoorden hussel ik gerust door elkaar.

Wat ik ook niet kan, is bedenken hoeveel geld ik nog aan m’n ouders schuldig ben als ik tegelijkertijd ook nog geld van hen terugkrijg. Het ene bedrag minus het andere bedrag komt op de één of andere manier niet bij me binnen. We hebben er een oplossing voor gevonden: ik geef bij wijze van spreken de 46 euro die zij van mij tegoed hadden en ik krijg op hetzelfde moment de 17 euro die ik nog van hen moest krijgen terug. Dat is duidelijk zichtbaar en dan snap ik het wel.

Momenteel leert mijn oudste zoon rekenen. Ook hij moet de tafels uit zijn hoofd leren en dat biedt mij de mogelijkheid om al die getallen weer eens de revue te laten passeren. Want het is niet dat ik het écht niet kan, ik heb er alleen wat meer tijd voor nodig dan de echte rekenwonders. Mijn man is er één, een rekenwonder. Hij loopt er niet mee te koop, hij zal het over zichzelf ook niet zeggen, maar wat hij kan met getallen, is voor mij onbegrijpelijk. Hij snapt de snelheid van het licht, hij snapt de relativiteitstheorie van Einstein en hij kan het nog uitleggen ook! In Jip en Janneke-taal voor mij, in theoretische bewoordingen voor gelijkgestemden.

Dat ik niet zo best kan rekenen, deert me overigens niet. Een rekenmachine is geduldig. En als ik er echt niet uitkom, ga ik te rade bij m’n eigen rekenwonder.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten