Tranen met tuiten heb
ik keer op keer gejankt bij het sprookje “Het meisje met de zwavelstokjes” (van
Andersen). We hadden er een langspeelplaat van en ik herinner me hoe ik met m’n
oren voor de box hing om het verhaal te kunnen horen. Het verhaal in combinatie
met de muziek zal m’n ziel geraakt hebben. Het arme meisje probeert op
oudejaarsavond lucifers te verkopen, ze wordt niet gezien en gehoord, ze
probeert zichzelf te verwarmen met de lucifers, ziet in een visioen haar
overleden oma en gaat zelf ook bij het uitdoven van haar laatste lucifer naar
het hiernamaals. Hoe droevig??
Er zijn me als kind
allerlei sprookjes voorgelezen. Ik denk zelfs dat “Het meisje met de
zwavelstokjes” de enige was waar we een langspeelplaat van hadden. Of, en ook
dat is goed mogelijk, ik wilde het zo vaak horen dat het opzetten van een plaat
m’n moeder minder moeite kostte dan het keer op keer op keer op keer voorlezen.
Kinderen zijn onverzadigbaar, zeker in een bepaalde leeftijdsfase en ik kon het
kwadraat van onverzadigbaar zijn.
En nu lees ik voor. Of
ik kijk naar verfilmingen van sprookjes met m’n kinderen. Ik geniet er met
volle teugen van. Bambi, Pinoccio, Dombo, Sneeuwwitje, Assepoester… het maakt
niet uit, voor mij kan het ook op repeat. Want: het is mijn idee dat sprookjes kunnen
helpen bij het ontwikkelen van een geweten. In principe komt ieder sprookje op
hetzelfde neer: goed versus kwaad en in vele gevallen wint, na soms een lange
strijd, tóch het goede. Ontspanning met een boodschap. Hoe sprookjesachtig kan
het zijn?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten