De verzamelwoede die ik zie bij m’n oudste zoon herken ik in enige mate,
ware het niet dat hij tot de gelukkige soort behoort die z’n verzamelingen compleet
krijgt, in tegenstelling tot wat ik te verduren heb gekregen in mijn jongere
jaren. (Met dien verstande dat het toen ik een kind was een ander tijdperk was.
Mijn ouders hadden geen Facebook waarop ze advertenties konden plaatsen met de
vraag om stickertje numero 21 uit de Smurfenreeks, zodat m’n verzameling
compleet zou zijn.) De superdierenkaartjes van Albert Heijn zijn nu (al) twee
keer uitgebracht en zoonlief heeft beide edities van de verzamelalbums vol. Het
is hem dit jaar zelfs gelukt om het boek van z’n broertje vol verzameld te
hebben én een stapel dubbele dubbelen over te houden, waar hij als een tijger
met grote scherpe tanden over waakt. Oh wee je gebeente als je er een kaartje
uithaalt, want hij weet ook nog precies welke dubbele dubbelen hij heeft!
Verder zweven er in ons huis alle ‘handjes’ van Bas van der Heijden, die ze
uitbrachten tijdens het WK van 2010. Daar speelt hij nog dagelijks mee. Het
heeft hem alle landen die mee deden leren kennen met hun bijbehorende vlaggen .
Laat hem een ‘handje’ zien en hij weet welk land het vertegenwoordigt en kan
dat land ook nog aanwijzen op de wereldkaart, die erbij geleverd werd en
waarmee een heus voetbalspel kon worden nagespeeld. Ondertussen heeft hij met
zijn ‘handjes’ zijn eigen spel verzonnen en heeft de placemat niet meer nodig.
Die ligt te wachten tot er een keer een moment komt waarop de jongens zin
hebben om te kleien, om dan écht te kunnen fungeren als placemat, hoewel ik
betwijfel of die ook gekozen zal worden als ze ook kunnen kiezen uit placemats
van Shrek, Mickey Mouse en één met een wilde dieren thema. Super de Boer, nu
overgenomen door Jumbo en daarom aan het uitsterven, bracht ‘Webbies’ uit.
Kleine poppetjes, die veel weg hebben van de ‘Wuppy’s’ uit mijn tijd. De eerste
serie is compleet, de tweede serie mist er twee; de gouden Webbie en de Webbie
met een iPod. Van de eerste zijn er honderd uitgebracht voor heel Nederland,
van de Webbie met de iPod slechts veertig en als je die trof, dan kon je door
het inleveren van die Webbie een echte iPod winnen. Zoonlief is er een tijdje
ziek van geweest dat hij die serie niet compleet kon krijgen. Hij heeft ze toen
allemaal in een zak gedaan en die staat te staan op zijn kamer in een kast. Hij
kijkt er niet meer naar om, maar weggooien mag zeker niet!
Vroeger spaarde ik stickers. Ik had één manco: bij stickers lijkt het of ze
gebruikt kunnen worden, maar dat was niet wat ik wilde. Ik wilde ze bewaren,
bekijken en bedenken wanneer en bij wie ik ze zou gebruiken. Het fantaseren
daarover was genoeg, want ik plakte ze niet. Dat vond ik zonde. Tegenwoordig spaar
ik quotes. Ik struin op internet, zoek, kijk, lees en vind en sla degenen die
me aanspreken op in een bestand op m’n computer. Soms deel ik ze, anderen bewaar
ik voor het juiste moment en de juiste persoon. Het bestand neemt grote vormen
aan. Toen ik er mee begon, dacht ik dat de naam 001 voldoende zou zijn, want in
die vorm zou ik er 999 kunnen hebben in m’n verzameling. Nu denk ik dat ik er
0001 van had moeten maken, want ik ben bijna op de helft. Aan de andere kant: de
huidige telling maakt me kritischer in het wel of niet willen opslaan van de
bestanden. En… ik kan altijd een tweede map aanmaken, waar ik ze in bewaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten