“Ik denk altijd eerst heel goed na voordat ik iets stoms doe!”
Deze zin heb ik even geleend van Loesje en slaat op mij! Betekent het ook dat ik een waaghals ben, risico’s durf te nemen en heldhaftig reageer in riskante situaties? Nee. Dat betekent het niet. Het is paradoxaal en daardoor grappig bedoeld, want ik denk vaak juist helemaal niet na. En dat is voor mij maar goed ook!
Dat ik werk met jongeren, die delinquent gedrag vertonen, dat ik in mijn baan te maken heb met hen, met hun ouders, met agressiviteit, met politie, justitie en de rechtbank, maakt dat ik door anderen als een waaghals word gezien. Het tegenovergestelde is waar. Ik ben eigenlijk een angsthaas.
Ik werd bang voor een jongen uit m’n klas toen ik nog op de basisschool zat, nadat hij me fysiek te lijf ging omdat ik heldhaftig tegen hem durfde te zeggen dat ik niet verliefd op hem was. Ik bleef bang voor hem. Hij is me nog twee keer te lijf gegaan en heeft me een keer lang achterna gezeten op het ijs. Niemand heeft geweten hoe bang ik was, behalve ik. Ik was bang toen ik als kind door een oom met goede bedoelingen het overleden lichaam van m’n tante zag, terwijl ik van m’n ouders de keuze had mogen maken haar niet te willen zien. Nachtmerries en andere ellende waren het gevolg. Ik was bang toen ik in Den Haag kwam te wonen en tegenover ons huis een enorme vechtpartij gaande zag, die in de kiem werd gesmoord door de politie. Het geschreeuw was tergend en ging bij mij door merg en been. Nog angstiger voelde ik me toen ik elders in Den Haag woonde en er een drugsverslaafde buurman door het lint ging, het dak op was gelopen en ik zijn voetstappen en geschreeuw boven m’n hoofd hoorde. Ik heb me verstopt achter het douchegordijn, ik hield m’n oren dicht en ik wilde dat het verdween. Hij en z’n herrie. Ik wilde dat mijn lief bij mij bleef in plaats van met zijn hoofd uit het raam, om de spanning en sensatie van dichtbij mee te maken. Ik heb tijdenlang nachtmerries overgehouden aan een ontvoering van een kindje op m’n werk, waarbij de man in kwestie met een pistool rondzwaaide, dreigend te schieten als hij ook maar door iets of iemand werd tegengehouden. Hij heeft z’n wapen ook op mij gericht. Ik heb me angstig verstopt achter m’n lief toen er tijdens een safari in Kenia een medepassagier onwel werd en flauwviel. Als ze gereanimeerd had moeten worden, had ze aan mij een slechte gehad. Ik versteende. Ik heb de eerste twee jaar van het wonen in m’n huidige huis angsten gekend als m’n agressieve buurjongen weer eens los ging, z’n oma voor van alles en nog wat uitschold, zo hard, dat ik het binnen kon horen. Weer zat ik met m’n handen op m’n oren, biddend voor verlossing.
Nee, ik ben geen waaghals. Ik ben een angsthaas.
Maar… of ik me ook zo verstijfd en versteend op zal stellen als er zich een riskante situatie voor één van mijn kinderen voor zal doen? Ik durf het risico wel te nemen te zeggen dat ik dan zal vechten als een leeuwin.
Na feedback heb ik de oorspronkelijke tekst aangepast en verwerkt tot bovenstaand stuk. Het voelt een stuk beter zo!! Dank je wel, Walter!!
BeantwoordenVerwijderenGoed stuk geworden.
BeantwoordenVerwijderen