“Die zanger met die zilveren gitaar
dat ben ik, dat ben ik, dat ben ik en dat ben ik
Die zanger met dat gouden repertoire
dat ben ik, dat ben ik, dat ben ik en dat ben ik
Die een hit heeft in de hitparade
Die door zijn fans wordt uitgekleed
Die morgen hier is en overmorgen daar
dat ben ik, dat ben ik, dat ben ik, dat ben ik
Ik word bewonderd, dat ben ik
Ik word bejubeld, dat ben ik
En mijn naam wordt overal genoemd
Ik ben beroemd, beroemd, ik ben beroemd
Ik word bewonderd, dat ben ik
Ik word bejubeld, dat ben ik
En mijn naam wordt overal genoemd
Ik ben beroemd, beroemd, beroemd, ik ben beroemd
Die filmster met die parelende lach
dat ben ik, dat ben ik, dat ben ik en dat ben ik
Die dingen doet die niemand anders mag
dat ben ik, dat ben ik, dat ben ik en dat ben ik
Die alleen voor haar carrière leeft
Een hele kast voor Oscars heeft
Een nieuwe jurk voor elke nieuwe dag
dat ben ik, dat ben ik, dat ben ik en dat ben ik
Ik word bewonderd, dat ben ik
Ik word bejubeld, dat ben ik
En mijn naam wordt overal genoemd
Ik ben beroemd, beroemd, ik ben beroemd
Ik word bewonderd, dat ben ik
Ik word bejubeld, dat ben ik
En mijn naam wordt overal genoemd
Ik ben beroemd, beroemd, beroemd, ik ben beroemd
Dat ben ik daar in dat popgeweld
En ik daar met die filmheld
De lampen worden opgesteld
De camera die zoomt
Ik ben beroemd, beroemd, beroemd, wij zijn beroemd”
dat ben ik, dat ben ik, dat ben ik en dat ben ik
Die zanger met dat gouden repertoire
dat ben ik, dat ben ik, dat ben ik en dat ben ik
Die een hit heeft in de hitparade
Die door zijn fans wordt uitgekleed
Die morgen hier is en overmorgen daar
dat ben ik, dat ben ik, dat ben ik, dat ben ik
Ik word bewonderd, dat ben ik
Ik word bejubeld, dat ben ik
En mijn naam wordt overal genoemd
Ik ben beroemd, beroemd, ik ben beroemd
Ik word bewonderd, dat ben ik
Ik word bejubeld, dat ben ik
En mijn naam wordt overal genoemd
Ik ben beroemd, beroemd, beroemd, ik ben beroemd
Die filmster met die parelende lach
dat ben ik, dat ben ik, dat ben ik en dat ben ik
Die dingen doet die niemand anders mag
dat ben ik, dat ben ik, dat ben ik en dat ben ik
Die alleen voor haar carrière leeft
Een hele kast voor Oscars heeft
Een nieuwe jurk voor elke nieuwe dag
dat ben ik, dat ben ik, dat ben ik en dat ben ik
Ik word bewonderd, dat ben ik
Ik word bejubeld, dat ben ik
En mijn naam wordt overal genoemd
Ik ben beroemd, beroemd, ik ben beroemd
Ik word bewonderd, dat ben ik
Ik word bejubeld, dat ben ik
En mijn naam wordt overal genoemd
Ik ben beroemd, beroemd, beroemd, ik ben beroemd
Dat ben ik daar in dat popgeweld
En ik daar met die filmheld
De lampen worden opgesteld
De camera die zoomt
Ik ben beroemd, beroemd, beroemd, wij zijn beroemd”
Kinderen voor Kinderen, 1983
Tekst Joop Stokkermans en Ivo de Wijs
In 1983 was ik negen en dit lied was m’n eerste bewustwording van beroemd willen zijn. In die zin heeft Kinderen voor Kinderen me behoorlijk beïnvloed, merk ik achteraf. De langspeelplaat van editie vier kreeg ik, zoals ook bij de vorige drie het geval was, als Sinterklaas cadeau. Ik kon het lied binnen no time meezingen. Een speciaal gevoel bij het zingen van deze woorden ontbrak echter. Ik heb niet beroemd willen worden en nog niet. Het geld wat er mogelijk bij komt kijken, vind ik wel interessant, maar in de spotlights staan, gevolgd worden door paparazzi, niet meer normaal over straat kunnen en ook geconfronteerd kunnen worden met keuzes uit het verleden, maken dat ik liever gewoon leef. En nu maar hopen dat geen van mijn kinderen en hun toekomstige partners beroemd wil worden, of al is??!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten