Het is me gelukt om in ons huishouden met kids één zelf
verzonnen fantasiewezentje te introduceren. Alhoewel?? Het wezentje was er al.
Dat is door iemand anders bedacht. Ik heb hem een naam gegeven, die door ons
allemaal wordt gebruikt. Hij heet Frubbel en hij staat afgebeeld op onze
melkbekers.
Frubbel had van alles mee kunnen maken, als ik fantasierijk
geweest was. Helaas ben ik dat onvoldoende. Heus, ik kan zelfverzonnen verhaaltjes
verzinnen, maar daarin speelt het kind aan wie ik het vertel steevast de
hoofdrol en is mijn grap dat ik allerlei omwegen bewandel voordat m’n kind door
heeft dat het om hém gaat.
Als kind was ik fantasierijker. Ik word wel eens
geconfronteerd met verhalen die ik mijn nicht heb verteld als zijnde waar
gebeurde verhalen en waar ik me werkelijk niets meer van kan herinneren, omdat
ik ze toentertijd zeer waarschijnlijk uit m’n grote dikke duim gezogen heb.
Jokken, liegen, creatief omgaan met de waarheid – ik kon het en daarin ervoer
ik geen grenzen. Alles kon. En ik kon het anderen ook nog doen laten geloven!
Nee… als het om fantasie gaat, denk ik aan de schrijver
J.R.R. Tolkien en wat hij gedaan heeft, is voor mij ‘beyond my imagination’. Zo
kan ik niet denken. Zo kan ik niet net doen alsof. En wat te denken van J.K.
Rowling? Ook zo verschrikkelijk bijzonder fantasierijk. Zulke avonturen zal
onze Frubbel nooit beleven. Daar ben ik echt te nuchter voor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten