Nee, ik ben niet rancuneus. Veel mensen in mijn directe
omgeving zijn dat wél. Mijn moeder bijvoorbeeld. M’n schoonmoeder ook. M’n man ook.
En ik dus niet. Ik kan vrij snel vergeven. Mits er over de ontstane onmin gesproken
wordt (tussen degenen die het aangaat). Ik wil begrip voor de ander op kunnen
brengen net als ik wil dat ik begrepen word. Op die manier kan ik de onmin een
plek geven en de ander vergeven. Maar vergeten, zoals het spreekwoord zegt? Dát
is een ander verhaal. Ik heb voor sommige gebeurtenissen een geheugen als een
olifant. Mijn pijn, verdriet, kwetsbaarheden, onzekerheid en angst ben ik niet
vergeten. Die wil ik ook (nog) niet vergeten. Als ik wil, kan ik me opnieuw zo
voelen door terug te duiken in een zee van herinneringen, die me daar brengt
waar ik wil zijn. Als ik wil, kan ik anderen daar de schuld van (blijven)
geven. Ik kan me er in onderdompelen. Ik kan er in zwelgen. Ik kan er verdrietig,
boos en down van worden. Het brengt me alleen helemaal niets. Het brengt me
geen gesprek over de ontstane onmin. Het brengt me geen wederzijds begrip. Ik
zie het dan ook als mijn taak om de last die ik ervaar van de intergenerationele
problematiek te vergeven en voor ‘heaven’s sake’ om te buigen naar een andere
sequentie. En ik ben er al mee begonnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten