Op 24
december 1999 bracht een knalgele bus ons vanuit Rio de Janeiro naar Fortaleza,
zo’n slordige 2100 kilometer verderop. Het kaartje kostte ons omgerekend 10
gulden per persoon – hoe die bus er voor kon rijden, is ons nog een raadsel?!
We vertrokken vanaf het enige en echte busstation in Rio: druk en onguur, ook (of
juist?) op het onmenselijke tijdstip van vijf uur ’s morgens.
De
bus was alles behalve nieuw. Er waren 50 zitplaatsen en net iets meer mensen in
de bus. De Brasileiro namen staan in het gangpad voor lief; het was Kerst en
dat wilde men vieren met hun geliefden. Mijn lief en ik zaten wel. In eerste
instantie leek het zelfs comfortabel.
Wij
waren een attractie in de bus. Iedereen zag ons. En iedereen in onze nabije
omgeving wilde met ons praten. Twee toeristen uit een land waar menigeen nog
nooit van gehoord had! En die twee toeristen namen de bus vanuit Rio naar
Fortaleza, gewoon, omdat ze op vakantie waren en hun land wilde zien!
Schuin
achter ons zat Ronaldo. Hij kon geen genoeg van ons krijgen. We mochten alles
van hem hebben. Brazilianen zijn zeer bedreven in delen. Bij de tussenstops in
wegrestaurants kwam hij naast ons zitten, gaf ons een bak cafézinho en lachte
zich het ongans om mijn gebrekkige Portugees en het onhandige Portugees- Engels
van mijn lief. Desalniettemin wisten we ons verstaanbaar te maken, mede dankzij
een klein woordenboekje.
Ons
kerstontbijt op 25 december bestond uit een rol Maria kaakjes. We spoelden die
droge troep weg met sinaasappels van Ronaldo. Hij at ze op een manier die ik
nooit eerder en sindsdien ook niet meer gezien heb; hij maakte er een snee in
van een centimeter of drie, opende zijn mond en perste de sinaasappel leeg
boven zijn mond. Hij hield zijn hoofd daarbij in de ons wel bekende stand van
iemand die een haringkje weghapt. En Ronaldo nam niet één sinaasappel op die
manier. Nee, hij nam er zo wel zes achter elkaar. Gedurende de hele rit hebben
wij hem wel drie netten sinaasappels zien verorberen!
Rond
zes uur ’s avonds kwamen we aan op onze bestemming. Ik had moeite met opstaan.
M’n enkels alsook m’n handen waren opgezwollen van de lange zit. Het was daar
bij het uitstappen dat we besloten om op de terugweg het vliegtuig te nemen. En
zo geschiedde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten