Laatst
waren de ouders van Simon in paniek. Moeder stond met een huilende stem op de
voicemail van m’n mobiele nummer. Het was het afgelopen weekend helemaal
misgegaan, ouders konden het niet meer aan met hem en aan mij de eervolle taak
om een plek voor hem te vinden, want na lang wikken en wegen hadden ouders
besloten dat het moment daar was dat hun zoon het huis uit moest. Ik hoorde het
bericht op dinsdag. In eerste instantie maakte paniek zich ook van mij meester.
Hoe moest ik dit in goede banen leiden? Ouders hadden hun hoop op mij gevestigd
en uit de beschikbare oplossingen die ik voorhanden had, zat geen plek voor hun
zoon. Door een supervisietraject wijzer geworden, besloot ik om een aantal
zaken letterlijk op een rijtje te zetten door ze op te schrijven in m’n
notitieblok. Ik pleegde overleg met mijn teamleider, vertelde hem wat ik
voornemens was en belde daarna moeder terug. Ik heb haar paniek aangehoord, ik
heb haar het gevoel gegeven dat ze er mag zijn met alle ingewikkeldheden van
hun zoon Simon en ik ben duidelijk geweest over wat er wel en niet van mij
verwacht kan worden als maatschappelijk werker bij de Jeugdreclassering.
Sindsdien liggen de verantwoordelijkheden waar ze horen. Ik schrijf indicaties
voor de juiste specialistische hulp voor hun zoon, verstuur ze en hoop voor hen
op een intakegesprek. Zij houden het vol en zoeken in hun eigen netwerk naar
opvangmogelijkheden voor hem. Dát is voor mij een goed gesprek. Voorbereid,
duidelijk en tegelijkertijd invoelend en meelevend.
Gelukkig
hoef ik niet al m’n goede gesprekken voor te bereiden. Met Peet, Elma,
Angelique, Laura, Marjolein, Charlot, Daan, Harm en Barbara loopt het als
vanzelf. Dat zijn dan ook m’n vriendinnen. Ik geniet van de koetjes en de
kalfjes afgewisseld met onderwerpen die de diepte in gaan. Filosoferen,
mijmeren, overwegen, analyseren, hardop nadenken… ik vind het allemaal jus over
m’n aardappels en daar ben ik dol op!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten