Als
ik tot m’n achttiende niet zou roken en niet dronken thuis zou komen, kreeg ik
het behalen van mijn rijbewijs cadeau. Meteen nadat ik achttien werd, stapte ik
in bij Rijschool De Korte. Ik oefende in een Opel Astra. Ik herinner me die
eerste rit nog goed. De eerste bocht naar rechts het woonerf uit nam ik zo ruim
dat er een ingreep nodig was om een botsing te voorkomen! Onderweg heeft
iedereen kunnen horen dat het m’n eerste keer was, de hoeveelheid gas ten
opzichte van de koppeling moest ik echt nog even onder de knie krijgen evenals
inschatten wanneer ik moest remmen. Ik stond meters verwijderd van de auto voor
me bij één van de rode verkeerslichten. Gelukkig kreeg ik er onderwijl lol in en
haalde ik dat felbegeerde roze papiertje na twee keer afrijden. De eerste keer
daarin was ook al zo’n kamikaze rit. Bij een bocht naar links moest ik stoppen
voor rechtdoor rijdende fietsers. Ik vergat de versnelling terug te zetten van
3 naar 1 en de motor sloeg af. Daarna deed ik alles fout wat ik maar fout kon
doen. De hellingproef mislukte grandioos, inparkeren leek nergens op, ik ben
over een stoeprand gereden, ternauwernood een lantaarnpaal daarbij missend en
bij het invoegen op de snelweg raakte ik bijna de auto naast ons. Echt verbaasd
dat ik toen gezakt was, was ik niet. Heel blij dat ik de tweede keer geslaagd
was, was ik wél!
De
auto’s waar ik in gereden heb voordat mijn lief en ik onze eerste eigen auto kochten,
waren een rode Mazda 323 en een donkerblauwe Volkswagen Golf. In maart 1996 kochten
we voor vijfhonderd gulden de grijze Volkswagen Golf Automatic van oma Nelly. De
auto daarna heeft me de relatie met mijn tante en oom gekost. Voor duizend
gulden mochten we een knalgele Renault 4 overnemen. Heel bemiddeld waren we
toen nog niet, dus we betaalden eerst vijfhonderd gulden. Binnen een week was
die kar naar de gallemiezen: een niet te repareren probleem met de dynamo. Geconstateerd
door de ANWB. Oomlief werkte (tot op de dag van vandaag) bij de ANWB en wij
waren ervan overtuigd dat hij dat geweten moest
hebben. Wij wilden ons geld terug. Maar mijn tante werd furieus en moest de resterende
vijfhonderd gulden nog hebben. Wij hebben hen dat nooit gegeven, net zo min als
wij ons geld terug hebben gezien. Sindsdien is er ruzie. Al vijftien jaar. Best
lang wel… Het komt ook nooit meer goed. Zij hebben ons willens en wetens
belazerd uit eigen belang en met gevaar voor ons leven. Nee… dat is niet meer
te lijmen. De auto daarna werd financieel mede mogelijk gemaakt door een andere
tante en oom – familie van mijn lief. Zij schoten het bedrag voor en wij
mochten het in ons eigen tempo terugbetalen. Het was een lichtblauwe Suzuki
Swift Sedan. Dat beestje heeft heel wat heen en weer gereden van Den Haag naar
Dordt en terug. Het heeft heel wat sigarettenrook moeten absorberen en naar
luide muziek van DJ Tiësto moeten luisteren. Op het laatst was het niet
verstandig meer om op de snelweg nog harder dan 90 kilometer per uur te rijden.
En toen mijn lief in dienst kwam van zijn huidige werkgever kreeg hij daar een
auto van de zaak bij. We zijn inmiddels toe aan de derde. De Citroën Xantia maakte
plaats voor een sjieke Peugeot 407 en nu rijden we in een Citroën C5. Ergens eind
dit jaar of begin volgend jaar mag mijn lief de volgende auto uitkiezen en
bestellen. Ik opteer voor een Citroën C8 dit keer. Handig met drie opgroeiende
jongens, hun vriendjes en alle taxiritten die we nog zullen rijden. Maar mijn
lief zal er niets van willen weten!
In de
tijd dat de eerste leaseauto kwam, kwam ook mijn eerste eigen tweedehands
autootje. Een dieprode, bijna paarse Citroën AX. Die maakte plaats voor een
rode Peugeot 306 en nu rijd ik in een zwarte Citroën C3. Het leukste aan mijn
autootjes vind ik de kleur, het al dan niet hebben van electrische ramen en een
goede stereoinstallatie. M’n huidige auto voldoet daaraan, ware het niet dat
hij wat gebreken begint te vertonen. Ik kan er slecht tegen dat de voorvering
kraakt, dat het raam van de bijrijder niet meer open kan, dat mijn deur enorm
kraakt, alsof hij af kan breken bij iedere keer dat ik ‘m open en dichtdoe, dat
het in de auto naar natte hond ruikt terwijl ik er nog nooit één vervoerd heb,
dat er vlekken in de stoelen en banken tevoorschijn komen die weggepoetst leken
toen ik ‘m kocht en dat de vorm van die plekken me doen schamen als ik iemand
anders dan m’n kinderen of m’n moeder in m’n auto vervoer….
Ik
ben dol op autorijden!! Of ik stuur, of er naast zit, het maakt me niet uit. Iedere
keer als ik instap, kunnen we doorrijden naar het eind van de wereld, want
autorijden verveelt me niet. Ik geniet van het uitzicht en van het
hypnotiserende geluid wat de motor maakt. Ik kijk graag naar nummerborden en wat
ik van de combinaties kan maken. Ik kijk ook graag naar andere mensen in hun
auto en vind het heel grappig dat menigeen er maar met een uitgestreken gezicht
bij zit. Geërgerd als er file is. Neuspeuterend, omdat iedereen denkt daar niet
op betrapt te worden tijdens het autorijden. En soms tref ik iemand die op mij
lijkt: vrolijk meezingend en blij kijkend, ook al staan we voor de derde
achtereenvolgende keer stil bij een verkeerslicht. Spelletjes doen vind ik ook
leuk. Naast iemand stilstaan op de rechterrijstrook en dan proberen eerder en
sneller op te trekken dan ‘de gast’ op de linkerrijbaan. Hilarisch!! Een
eerlijk spel is het niet – de ander weet niet dat ik aas op winst – maar dat
hindert me helemaal niets!
Autorijden
met kids is overigens wel anders dan ‘vroegah’. De oudste komt op een leeftijd
dat hij zich ermee gaat bemoeien. Hij zit voorin op een zitverhoger en kan zien
hoe hard of hoe zacht ik rijd. “Mama? Hoe hard mag je hier?” “Vijftig lieverd.”
“Waarom rijd je dan 53?” “Euhmmm….. daarom?? “ “Mama? Wil je in de binnenbocht
gaan staan?” “Mama! Haal ‘m in dat ouwe brikkie!”
Met z’n
vijven in een auto met alle drie onze kids op de achterbank is soms ook een
sport. De oudste en de jongste kunnen we meenemen naar het einde van de wereld,
maar de middelste is het na twintig tot dertig minuten wel zat. Daarom durfden
we afgelopen vakantie niet verder te reizen dan de Vogezen, want autorijden met
een zeurend en huilend kind gaat bij ons door merg en been. Gelukkig wordt ook
hij ouder en kunnen we hem steeds beter uitleggen hoe het werkt. Maar of hij
ooit een liefhebber zal worden van lange autoritten? We zullen zien…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten