10 augustus 2012

Vroem vroem


Als ik tot m’n achttiende niet zou roken en niet dronken thuis zou komen, kreeg ik het behalen van mijn rijbewijs cadeau. Meteen nadat ik achttien werd, stapte ik in bij Rijschool De Korte. Ik oefende in een Opel Astra. Ik herinner me die eerste rit nog goed. De eerste bocht naar rechts het woonerf uit nam ik zo ruim dat er een ingreep nodig was om een botsing te voorkomen! Onderweg heeft iedereen kunnen horen dat het m’n eerste keer was, de hoeveelheid gas ten opzichte van de koppeling moest ik echt nog even onder de knie krijgen evenals inschatten wanneer ik moest remmen. Ik stond meters verwijderd van de auto voor me bij één van de rode verkeerslichten. Gelukkig kreeg ik er onderwijl lol in en haalde ik dat felbegeerde roze papiertje na twee keer afrijden. De eerste keer daarin was ook al zo’n kamikaze rit. Bij een bocht naar links moest ik stoppen voor rechtdoor rijdende fietsers. Ik vergat de versnelling terug te zetten van 3 naar 1 en de motor sloeg af. Daarna deed ik alles fout wat ik maar fout kon doen. De hellingproef mislukte grandioos, inparkeren leek nergens op, ik ben over een stoeprand gereden, ternauwernood een lantaarnpaal daarbij missend en bij het invoegen op de snelweg raakte ik bijna de auto naast ons. Echt verbaasd dat ik toen gezakt was, was ik niet. Heel blij dat ik de tweede keer geslaagd was, was ik wél!

De auto’s waar ik in gereden heb voordat mijn lief en ik onze eerste eigen auto kochten, waren een rode Mazda 323 en een donkerblauwe Volkswagen Golf. In maart 1996 kochten we voor vijfhonderd gulden de grijze Volkswagen Golf Automatic van oma Nelly. De auto daarna heeft me de relatie met mijn tante en oom gekost. Voor duizend gulden mochten we een knalgele Renault 4 overnemen. Heel bemiddeld waren we toen nog niet, dus we betaalden eerst vijfhonderd gulden. Binnen een week was die kar naar de gallemiezen: een niet te repareren probleem met de dynamo. Geconstateerd door de ANWB. Oomlief werkte (tot op de dag van vandaag) bij de ANWB en wij waren ervan overtuigd dat hij dat geweten moest hebben. Wij wilden ons geld terug. Maar mijn tante werd furieus en moest de resterende vijfhonderd gulden nog hebben. Wij hebben hen dat nooit gegeven, net zo min als wij ons geld terug hebben gezien. Sindsdien is er ruzie. Al vijftien jaar. Best lang wel… Het komt ook nooit meer goed. Zij hebben ons willens en wetens belazerd uit eigen belang en met gevaar voor ons leven. Nee… dat is niet meer te lijmen. De auto daarna werd financieel mede mogelijk gemaakt door een andere tante en oom – familie van mijn lief. Zij schoten het bedrag voor en wij mochten het in ons eigen tempo terugbetalen. Het was een lichtblauwe Suzuki Swift Sedan. Dat beestje heeft heel wat heen en weer gereden van Den Haag naar Dordt en terug. Het heeft heel wat sigarettenrook moeten absorberen en naar luide muziek van DJ Tiësto moeten luisteren. Op het laatst was het niet verstandig meer om op de snelweg nog harder dan 90 kilometer per uur te rijden. En toen mijn lief in dienst kwam van zijn huidige werkgever kreeg hij daar een auto van de zaak bij. We zijn inmiddels toe aan de derde. De Citroën Xantia maakte plaats voor een sjieke Peugeot 407 en nu rijden we in een Citroën C5. Ergens eind dit jaar of begin volgend jaar mag mijn lief de volgende auto uitkiezen en bestellen. Ik opteer voor een Citroën C8 dit keer. Handig met drie opgroeiende jongens, hun vriendjes en alle taxiritten die we nog zullen rijden. Maar mijn lief zal er niets van willen weten!

In de tijd dat de eerste leaseauto kwam, kwam ook mijn eerste eigen tweedehands autootje. Een dieprode, bijna paarse Citroën AX. Die maakte plaats voor een rode Peugeot 306 en nu rijd ik in een zwarte Citroën C3. Het leukste aan mijn autootjes vind ik de kleur, het al dan niet hebben van electrische ramen en een goede stereoinstallatie. M’n huidige auto voldoet daaraan, ware het niet dat hij wat gebreken begint te vertonen. Ik kan er slecht tegen dat de voorvering kraakt, dat het raam van de bijrijder niet meer open kan, dat mijn deur enorm kraakt, alsof hij af kan breken bij iedere keer dat ik ‘m open en dichtdoe, dat het in de auto naar natte hond ruikt terwijl ik er nog nooit één vervoerd heb, dat er vlekken in de stoelen en banken tevoorschijn komen die weggepoetst leken toen ik ‘m kocht en dat de vorm van die plekken me doen schamen als ik iemand anders dan m’n kinderen of m’n moeder in m’n auto vervoer….

Ik ben dol op autorijden!! Of ik stuur, of er naast zit, het maakt me niet uit. Iedere keer als ik instap, kunnen we doorrijden naar het eind van de wereld, want autorijden verveelt me niet. Ik geniet van het uitzicht en van het hypnotiserende geluid wat de motor maakt. Ik kijk graag naar nummerborden en wat ik van de combinaties kan maken. Ik kijk ook graag naar andere mensen in hun auto en vind het heel grappig dat menigeen er maar met een uitgestreken gezicht bij zit. Geërgerd als er file is. Neuspeuterend, omdat iedereen denkt daar niet op betrapt te worden tijdens het autorijden. En soms tref ik iemand die op mij lijkt: vrolijk meezingend en blij kijkend, ook al staan we voor de derde achtereenvolgende keer stil bij een verkeerslicht. Spelletjes doen vind ik ook leuk. Naast iemand stilstaan op de rechterrijstrook en dan proberen eerder en sneller op te trekken dan ‘de gast’ op de linkerrijbaan. Hilarisch!! Een eerlijk spel is het niet – de ander weet niet dat ik aas op winst – maar dat hindert me helemaal niets!

Autorijden met kids is overigens wel anders dan ‘vroegah’. De oudste komt op een leeftijd dat hij zich ermee gaat bemoeien. Hij zit voorin op een zitverhoger en kan zien hoe hard of hoe zacht ik rijd. “Mama? Hoe hard mag je hier?” “Vijftig lieverd.” “Waarom rijd je dan 53?” “Euhmmm….. daarom?? “ “Mama? Wil je in de binnenbocht gaan staan?” “Mama! Haal ‘m in dat ouwe brikkie!”

Met z’n vijven in een auto met alle drie onze kids op de achterbank is soms ook een sport. De oudste en de jongste kunnen we meenemen naar het einde van de wereld, maar de middelste is het na twintig tot dertig minuten wel zat. Daarom durfden we afgelopen vakantie niet verder te reizen dan de Vogezen, want autorijden met een zeurend en huilend kind gaat bij ons door merg en been. Gelukkig wordt ook hij ouder en kunnen we hem steeds beter uitleggen hoe het werkt. Maar of hij ooit een liefhebber zal worden van lange autoritten? We zullen zien…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten