Wie deze uitdrukking bedacht heeft, is vergeten dat hij zelf
kind is geweest. Als kind houd je geen rekening met anderen. Je leeft je leven
en je ontwikkelt je. Je voegt je naar de patronen binnen het gezin waarin je
opgroeit. Dat moet, want zonder die overlevingsmechanismen en –strategieën ga
je dood. Als baby, dreumes, peuter en kleuter wordt het je vergeven dat de
wereld enkel en alleen om jou draait. Het wordt soms zelfs aandoenlijk
gevonden. Maar als je deze vorm van jezelf als middelpunt van de wereld
neerzetten meeneemt naar je volwassenheid, wordt het al snel ervaren als
egocentrisch, egoïstisch of narcistisch in het ergste geval.
Kinderen zijn hinderen.
Het is mijn ervaring dat ik, als moeder van drie (jonge)
kinderen, wel hindernissen ervaar. Ik stuit bijvoorbeeld op m’n eigen tekortkomingen.
M’n kinderen houden me een spiegel voor. Ik merk het wanneer ik moe ben en als
gevolg daarvan even geen zin meer heb in het aangeven van grenzen. En daar zijn
de gevolgen ook meteen weer van te merken.
Het pad van mij als opvoeder kent hindernissen. Zonder m’n
kinderen had ik die hindernissen niet als zodanig ervaren. Natuurlijk hadden er
dan andere gebeurtenissen plaatsgevonden, die ik ook als hindernis zou kunnen
kwalificeren, maar ik ben toch geneigd te zeggen dat het niet met elkaar te
vergelijken is. Ouder zijn van een kind is zoiets speciaals… dat valt eigenlijk
met niets te vergelijken. En bij ieder kind is dat ook weer anders; ik voel
mezelf soms drie verschillende moeders, omdat alle drie mijn kinderen andere
talen spreken en ik ze graag aan wil spreken in de taal die bij hen past.
Kinderen zijn hinderen.
Nee. Ik ben er uit. Kinderen zijn geen hinderen. Kinderen maken mij bewust van mijn hindernissen.
En hindernissen zijn overkomelijk. Het vergt moeite, tijd, aandacht, geduld, vertrouwen,
hoop, geloof en liefde, maar dan zijn ze genomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten