Eerlijkheid gebiedt me
te zeggen dat ik een vrij onnadenkend wezen ben als het gaat om vlees.
Ik koop geen
biologisch vlees, omdat de prijs ervan hoger is dan van ander vlees. Ik denk
niet na over het leven van een kip, een kalkoen, een varken, een koe of een
paard voordat het tot stuk vlees werd geprepareerd. De beelden die Elma met me
deelt via Facebook (voornamelijk bewustwordingscampagnes van Wakker Dier)
negeer ik. En van de Partij voor de Dieren word ik kriegelig. Natuurlijk is het
fijn dat er in de politiek aandacht besteed wordt aan de salmonellabacterie, de
gekke koeien ziekte, plofkip en wat dies meer zij, maar ik eet er geen hap
vlees minder om.
In ons huishouden
wordt veelal kip of rundergehakt gegeten. Heel af en toe, ik denk zo’n twee keer
per jaar, wordt er een biefstuk geserveerd. En verder eten we wel eens
uitgebakken spekjes (in de andijviestamppot), verse worsten (bij de
bloemkoolstamppot), hamlappen (in een goulash) en varkenshaas of stoofvlees (als
m’n moeder zin heeft om ons te verwennen) .
Het broodbeleg is net
zo gevarieerd (met een knipoog). Er ligt altijd gerookte kip- of kalkoenfilet,
salami, gebraden sambalgehakt, grillworst, ham en leverworst in de koelkast. Als
ik mezelf met vleeswaren verwen, trakteer ik mezelf op filet americain of
tuinkruidenpaté.
Ik houd absoluut niet
van vlees met viezigheid er aan. Speklappen zal ik m’n kinderen dan ook nooit
kunnen leren eten, want ik zou er zelf van gaan kokken. Kipfilets hebben
trouwens ook allerlei witte draadjes en bloedvaatjes in zich, die ik tijdens het
koken wegsnijd. Voorheen waren onze katten Boomer, Baloo en Bruce dankbare
genieters van dat afval, tegenwoordig gaat het de groene container in (en mis
ik op die momenten de aanwezigheid van een kat om me heen).
Als kind moest ik
alles eten. Ook speklappen. En bloedworst. Jek. Als ik daar nog aan denk, zie
ik het ronde ding voor me, vol met grote witte zenen en opgeleukt met een
schrijf ananas uit blik. Bloedworst met ananas tegelijk in je mond maakt het
nog wel door te slikken, maar je begrijpt het, ook dat zullen mijn kinderen door
mij niet voorgeschoteld krijgen. Net zo min als hart, nier en lever. Dan geef
ik ze nog liever gebakken meelworm, of sprinkhanen uit de wok. Die ervaring heb
ik zelf: lekker knapperig, een nootachtige smaak en geen vieze witte zenen aan
het beestje. Een vreemd idee misschien, maar daar proef je niets van.
Ja.. ik ben een vrij onnadenkend
wezen als het gaat om vlees. Ik kijk en proef vooral.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten