31 oktober 2012

Vlees


Eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik een vrij onnadenkend wezen ben als het gaat om vlees.

Ik koop geen biologisch vlees, omdat de prijs ervan hoger is dan van ander vlees. Ik denk niet na over het leven van een kip, een kalkoen, een varken, een koe of een paard voordat het tot stuk vlees werd geprepareerd. De beelden die Elma met me deelt via Facebook (voornamelijk bewustwordingscampagnes van Wakker Dier) negeer ik. En van de Partij voor de Dieren word ik kriegelig. Natuurlijk is het fijn dat er in de politiek aandacht besteed wordt aan de salmonellabacterie, de gekke koeien ziekte, plofkip en wat dies meer zij, maar ik eet er geen hap vlees minder om.

In ons huishouden wordt veelal kip of rundergehakt gegeten. Heel af en toe, ik denk zo’n twee keer per jaar, wordt er een biefstuk geserveerd. En verder eten we wel eens uitgebakken spekjes (in de andijviestamppot), verse worsten (bij de bloemkoolstamppot), hamlappen (in een goulash) en varkenshaas of stoofvlees (als m’n moeder zin heeft om ons te verwennen) .

Het broodbeleg is net zo gevarieerd (met een knipoog). Er ligt altijd gerookte kip- of kalkoenfilet, salami, gebraden sambalgehakt, grillworst, ham en leverworst in de koelkast. Als ik mezelf met vleeswaren verwen, trakteer ik mezelf op filet americain of tuinkruidenpaté.

Ik houd absoluut niet van vlees met viezigheid er aan. Speklappen zal ik m’n kinderen dan ook nooit kunnen leren eten, want ik zou er zelf van gaan kokken. Kipfilets hebben trouwens ook allerlei witte draadjes en bloedvaatjes in zich, die ik tijdens het koken wegsnijd. Voorheen waren onze katten Boomer, Baloo en Bruce dankbare genieters van dat afval, tegenwoordig gaat het de groene container in (en mis ik op die momenten de aanwezigheid van een kat om me heen).

Als kind moest ik alles eten. Ook speklappen. En bloedworst. Jek. Als ik daar nog aan denk, zie ik het ronde ding voor me, vol met grote witte zenen en opgeleukt met een schrijf ananas uit blik. Bloedworst met ananas tegelijk in je mond maakt het nog wel door te slikken, maar je begrijpt het, ook dat zullen mijn kinderen door mij niet voorgeschoteld krijgen. Net zo min als hart, nier en lever. Dan geef ik ze nog liever gebakken meelworm, of sprinkhanen uit de wok. Die ervaring heb ik zelf: lekker knapperig, een nootachtige smaak en geen vieze witte zenen aan het beestje. Een vreemd idee misschien, maar daar proef je niets van.
Ja.. ik ben een vrij onnadenkend wezen als het gaat om vlees. Ik kijk en proef vooral.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten