… is geen gemakkelijk iets. Het is mijn ervaring dat het voor iedereen
anders is om te troosten en om getroost te worden. Ik oefen de kunst van het
troosten tegenwoordig het meest bij m’n kinderen. Meerdere keren per week
eigenlijk wel. Soms meerdere keren per dag, als er sprake is van een ‘giga
gantische’ pechdag. En ook bij hen zit verschil in waar ze behoefte aan hebben.
De oudste wil vooral met woorden bevestiging horen voor zijn verdriet. De
middelste wil vooral fysieke nabijheid voelen en de mogelijkheid krijgen om
hard en ongedwongen te huilen. (En dat is niet altijd goed voor de oren van
degene die troost, want zijn bereik in decibellen is behoorlijk.) De jongste
zoekt nu nog bij voorkeur mij op om zich te laten troosten, mits ik in de buurt
ben natuurlijk. Hoe dat zich bij hem gaat ontwikkelen als hij ouder wordt,
zullen we zien.
Het boek “De vijf talen van de liefde” heeft me alert gemaakt op het zien
van de taal van de liefde van mijn kinderen. Daar kan ik troost uit putten. En
ik kan het doorgeven!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten