Hard, maar waar: Michael Schumacher is voor mij het voetstuk gevallen.
Toen hij in 2010 na drie jaar zijn rentree maakte, was ik dolblij. Ik keek
er naar uit om het kijken naar de Formule 1 weer op te pakken, maar hij heeft
het voor mij niet waar gemaakt. Een fabuleus staaltje werk bleef uit. Zijn
immense vechtlust leek verdwenen; hij leek tevreden te zijn met het leven als
Formule 1 coureur, zonder de daarbij horende successen uit het verleden. Als er
beelden van hem voorbij kwamen, zag ik hem vooral genieten. Hij zwaaide naar de
fans, hij knipoogde in de camera en hoe charmant ook, de vurigheid van de jaren
daaraan voorafgaand was vervlogen.
Als ik aan Michael Schumacher denk, zal ik denken aan alle keren dat hij
wereldkampioen werd. Ik zal zijn typische vreugdesprong op het podium
herinneren, alsook de combinatie van het Duitse en het Italiaanse volkslied. Ik
zal weten hoe gehaat hij werd door het gros van de Formule 1 fans. En ik zal
hopen dat zij zich hem vooral in zijn laatste actieve jaren zullen herinneren,
waarin hij niemand meer ten onrechte van de baan afsneed, gewoon omdat hij de
positie niet innam om dat te kunnen doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten